De samenwerking binnen een raad van bestuur, directie of managementteam is geen vanzelfsprekendheid. Er zit veelal een groep mensen die ambitieus en doelgericht is. De gevleugelde uitspraak: ‘vrienden kies je maar familie heb je’ is ook hier in zekere zin van toepassing. Of je komt als nieuweling binnen bij een bestaande groep of je moet een nieuwe toetreder verwelkomen. In beide gevallen vereist het adaptief vermogen van de betrokken personen waarbij ego’s liever even aan de kant worden geschoven.
En ook binnen een toezichthoudend orgaan is dit niet anders. De leden ervan kunnen vaak terugkijken op vele jaren werk- en levenservaring of hebben zich onderscheiden door middel van een uitzonderlijke prestatie of wetenschappelijk onderzoek. Maar ook hier is discipline en empathisch vermogen gewenst om het functioneren van het orgaan in goede banen te leiden.
Een fascinerend schaakspel waarbij het echt aankomt op aansturing en wederzijds begrip. Je hoeft elkaar niet aardig te vinden, je hoeft niet bij elkaar thuis te komen, maar je moet kennis hebben van elkaars taken en kwaliteiten. Bij een teamsport is dit niet anders en het komt maar heel zelden voor dat een individu een voetbal- of hockeywedstrijd wint!
Managen is teamsport. Het vereist discipline en inzet naast kennis en speltechnische kwaliteiten. Je moet je eigen rol begrijpen, maar wellicht belangrijker nog, die van je teamleden. Pas dan weet je wat je van elkaar kunt verwachten en waar je op kunt rekenen op je pad naar succes voor een organisatie. Vaak spiegelen mensen zich aan elkaar op basis van individuele kwaliteiten. Iemand die goed is in het aanbrengen van structuur kan zich mateloos ergeren aan een persoon die chaotisch werkt. Wellicht is de chaotische persoon heel creatief en een fantastisch strategisch denker. Het lijkt een vanzelfsprekendheid maar hoe vaak vergeten we niet de koppeling te leggen tussen elkaars kwaliteiten en het beter benutten ervan.
De kwaliteiten herken je door onbevooroordeeld binnen een team te starten en open te staan voor elkaars problemen en successen zonder daarbij de focus op je eigen doelen te verliezen. Het mag niet de bedoeling zijn dat je door een verkeerde focus zelf de zwakke schakel van het team wordt. Help elkaar en sta toe dat fouten worden gemaakt. Werk inspirerend zodat dit leidt tot motivatie van andere teamleden en blijf vasthouden aan je eigen authenticiteit. Wees bewust van je eigen kwaliteiten zonder deze te gebruiken als krachtmeting ten opzichte van anderen. Management vereist verfijning en duidelijkheid zodat medewerkers weten wat ze aan je hebben.
De baas spelen kan iedereen, de inspirator zijn is niet voor iedereen weggelegd